Wereldreizigers met hun (t)huis in Angerenstein; dat zijn Luc Damen en zijn vrouw Jutta. Sinds 4 jaar wonen ze, samen met hun twee kinderen, aan de Laan van Klarenbeek. Een fijne plek om te wonen, maar het gezin trekt er ook graag op uit: “Afgelopen schooljaar hebben we op Bonaire gewoond, een paar jaar daarvoor zaten we twee jaar op Curaçao. Het is hier heerlijk wonen, maar de reiskriebels blijven altijd…”

Met Open Huis nemen we een kijkje achter de voordeur bij bewoners van de wijk Velperweg en omgeving! Ontdek verhalen van bewoners en laat je inspireren door hun dagelijks leven, favoriete plekken en wat wonen in deze groeiende wijk voor hen betekent. Zo leer je een kleurrijke mengelMOES aan buurtbewoners kennen.

Het is woensdagmiddag, lunchtijd, als we uitgenodigd zijn in het huis van Luc. Een gezellige drukte aan de eettafel. “De kinderen hadden vanochtend sponsorloop. Door de sneeuw. Behoorlijk koud, dus eerst even lekker opwarmen,” legt Luc uit. Dochter Lieve, zoon Julièn en een vriendinnetje smullen van hun broodjes in de glazen serre van het huis: de lievelingsplek van het gezin. “Het is hier altijd licht, ook in de winter, waardoor je het gevoel hebt altijd buiten te zijn,” aldus Jutta. “En dan hebben we nog ons beach house – zo noemen we ons schuurtje – waar we van het weekend nog een fikkie hebben gestookt. Ook daar zitten we heel graag.”

Want buiten, daar zijn Luc en zijn gezin het liefst. Weer of geen weer: mountainbiken, wandelen of watersport doen ze het hele jaar door. Die passie voor buitenleven en watersport is een grote reden voor hun tijdelijke verhuizing naar het buitenland, afgelopen schooljaar. Bonaire is immers een plek waar binnen zitten niet bestaat. “We houden sowieso heel erg van reizen. Nieuwe plekken verkennen brengt je zoveel voordelen. En de kinderen gaan er gemakkelijk in mee, die hebben nooit last van heimwee. Reizen maakt je flexibel.”

Wonen in Angerenstein: hutten bouwen en in beken springen

Hoewel het Caribische leven Luc en Jutta goed bevalt, hoefden ze niet lang te wennen toen ze in augustus weer terugkwamen op hun Arnhemse woonplek. “Omdat het zo vertrouwd voelt pakten we alles direct weer op: werk, de contacten in de wijk, school,” vertelt Luc. “We kennen niet de hele straat, maar iedereen hier staat open voor contact. Er wonen hele leuke mensen in deze buurt.”

Wonen in Angerenstein biedt Luc en zijn gezin rust, ruimte en groen, en tegelijkertijd de nabijheid van de stad. “Maar ook even een wandeling maken naar Hoogte80 of een rondje mountainbiken is vanuit hier ideaal. En wat ik leuk vind: de mensen zijn actief en fanatiek betrokken bij het organiseren van activiteiten voor kinderen,” aldus Luc. “Neem bijvoorbeeld de griezeltocht, die was fantastisch.”

Voordat het gezin hier naartoe verhuisde, woonden ze aan de Hommelseweg. “Ook daar hadden we het naar onze zin, maar we gunden de kinderen het buitenspelen.” Toen de kinderen 5 en 7 jaar oud waren, verhuisden ze daarom naar Angerenstein. “Hier kunnen ze hutten bouwen, in de beken springen, zelfstandig naar het park om te spelen. Wonen in deze wijk heeft ons veel rust gebracht. De eerste nacht dat we hier sliepen, zeiden we tegen elkaar: ‘we horen helemaal niks’. Het was zo stil op straat.”

En de lievelingsplek in de wijk? “Dat is de beek hierachter. Met een stenen bruggetje stap je zo over het water heen park Angerenstein in. Sowieso zijn we vaak te vinden in het park. Een heerlijke plek.”

Op meerdere plekken het gevoel van thuis

“Volgens mij is dit echt een wijk waar je graag wilt blijven wonen als je er eenmaal zit. Zie jij dat ook zo?”, was de vraag van buurtbewoonster Riek, de vorige geïnterviewde, aan de volgende Open Huis-deelnemer. Een interessante vraag voor een wereldreiziger als Luc. Lachend zegt hij: “Voor 50% klopt dat! Het is een hele fijne plek om te wonen, dus ik snap heel goed dat mensen hun hele leven hier blijven. Maar wij zijn onrustig en avontuurlijk, het woord ‘altijd’ past niet helemaal bij ons. Het zal denk ik wel blijven kriebelen om op een gegeven moment weer naar een nieuwe plek te gaan.”

Daarbij komt dat het Caribische leven natuurlijk niet te vergelijken is met het leven in Nederland. “Hier heb ik een drukke baan bij de recherche, daar lagen we voornamelijk in het water en leefden we altijd buiten,” vertelt Luc. Jutta beaamt dat: “Het is een hele andere manier van leven. Ik vind het inspirerend om mensen te ontmoeten die het avontuur opzoeken en niet per se gebonden zijn aan één woonplek. Die op meerdere plekken het gevoel van thuis kunnen ervaren, net als wij.”

Spontaan borrelen met de buren, dat is goud waard

Het leggen van nieuwe contacten doen Luc en Jutta niet alleen op reis; ook in hun eigen buurt vinden ze dat belangrijk. “Tegen mensen die hier nieuw komen wonen zou ik willen zeggen: schroom niet om contact te zoeken, want de mensen staan er echt voor open,” zegt Luc. “Je maakt heel makkelijk een praatje. Op één van de eerste avonden zaten wij al spontaan te borrelen met onze naaste buren. Dat is goud waard.”

Wat dat betreft zien ze MOES als een zeer welkom initiatief in de buurt. Jutta heeft in de beginfase van MOES zelfs nog af en toe meegedacht. En tijdens de opening verzorgde ze een muzikaal optreden. “MOES is echt een toevoeging aan de wijk. Mensen komen er samen. Ze organiseren daar zoveel leuke dingen waar mensen echt zin in hebben. Zelfs publiek van buiten de wijk weet het te vinden. Heel tof.”

Is er dan nog iets te verzinnen wat er mist in de wijk? Luc denkt even na. “Misschien een lokale buurtkroeg om de hoek, waar je op zondag na een wandeling naar binnen rolt voor een borrel. Dat is hier allemaal net wat verder weg,” aldus Luc. “Het zou heel leuk zijn als er bijvoorbeeld in het park zoiets te vinden zou zijn. Wie weet groeit MOES wel uit tot de buurtkroeg van de wijk!”

De vraag waarmee we dit artikel afsluiten, is ook meteen de vraag die Luc wil meegeven aan de volgende Open Huis-deelnemer:

“Is er nog iets wat je mist in de wijk?”

Dit interview is geschreven door Eline Hoffman, tekstschrijver uit Arnhem. De portretten zijn gemaakt door fotograaf én Plattenburger Maarten Verbaarschot.