Met Open Huis nemen we een kijkje achter de voordeur bij bewoners van de wijk Velperweg en omgeving! Ontdek verhalen van bewoners en laat je inspireren door hun dagelijks leven, favoriete plekken en wat wonen in deze groeiende wijk voor hen betekent. Zo leer je een kleurrijke mengelMOES aan buurtbewoners kennen.

Ze woont al negen jaar in Plattenburg, is er nog niet aan toe om de wijk te verlaten en als de zon schijnt, kun je haar vaak spotten op de loungeset in haar eigen voortuin. Carmen voelt zich een echte Plattenburger en is blij dat ze nog niet is verhuisd nu ze samen met haar man een dochter heeft.

Een zoete inval

Het is woensdagmiddag als ik de voortuin van Carmen binnenstap. ‘Dat is hier vaak het moment van de zoete inval’, vertelt ze lachend. Daar is geen woord aan gelogen, want ik word direct warm onthaald door haar man Martijn en andere familie. Ook dochter Emily geeft me een handje, waarna ze vrolijk door de tuin springt. Echt ‘met de deur in huis’ val ik vandaag niet, want we nemen plaats in de zonnige voortuin. Als ik vraag of ze het ‘voortuinleven’ van huis uit heeft meegekregen, antwoordt ze lachend: ‘Eigenlijk helemaal niet. Ik kom uit Duiven en ben opgegroeid in een buurt waar het niet gebruikelijk is om je voortuin als verlengstuk van je huis te gebruiken. Wij hebben ook een achtertuin, maar daar komt geen zon. Zonde om onze voortuin dan niet te gebruiken.’

Nu ik hier zit, tussen de gezellige familie en pal in de zon, snap ik de liefde voor haar voortuin direct. ‘Ik houd van onrust en vind het gezellig als iedereen binnenloopt. Je hebt hier in de voortuin altijd een beetje het gevoel alsof je op het terras zit. Soms zit ik hier met een boek en zeg ik voorbijgangers alleen gedag. Maar het komt ook geregeld voor dat er gezellig een praatje ontstaat. En omdat het omheind is, kan Emily hier lekker spelen. Ook barbecueën we hier wel eens. Eigenlijk is het een tweede woonkamer in de zomer.’

‘Het is fijn om te weten wie mijn buren zijn’

Negen jaar lang op één plek wonen is een behoorlijke tijd en ik vraag Carmen of ze de buurt veranderd vindt in al die jaren. ‘Eigenlijk niet. Je vindt er nog steeds een gezellige mix aan mensen en woningen. Huur, koop, duurdere villa’s; er is van alles wat. Ik vind het ook fijn dat Emily opgroeit in een buurt met allerlei verschillende mensen.’

Ik vertel haar dat die gedachte goed aansluit bij de vraag van buurtbewoner Paulien: vind je dat iedereen in een wijk bij moet dragen aan een gevoel van verbondenheid? ‘Dat vind ik zeker, iedereen moet daar zelf verantwoordelijkheid voor nemen. Zo vind ik het fijn om te weten wie mijn buren zijn en om af en toe een praatje te maken. Binnenkort is er bijvoorbeeld een buurtborrel, dat is een leuk initiatief! Wel moet ik eerlijk zeggen dat ik verbondenheid in de wijk nog meer ben gaan waarderen sinds Emily er is. Daarvoor lag onze focus vooral op het centrum van de stad, maar nu zijn we meer aanwezig in de buurt. Ik ben inmiddels echt verknocht aan deze plek.

Het huis van Carmen en Martijn is één van de voormalig arbeiderswoningen voor werknemers van de kunstzijdefabriek die vroeger in de wijk stond. De straat kent dan ook al een lange geschiedenis. Sommige bewoners wonen er al jarenlang, anderen nog maar net en soms komen er zelfs oud-bewoners terug. Over dat terugkomen vertelt Carmen me een bijzonder verhaal.

Een bijzondere vondst

Jaren geleden woonde er een vriendin in het huis tegenover Carmen. Per toeval vond haar man op een dag in de kruipruimte een schoenendoos vol spullen, waaronder voedselbonnen uit de Tweede Wereldoorlog, oude foto’s, bestek. Een hele bijzondere vondst, die ze besloten te bewaren. Want wat als de eigenaar zich op een dag zou aandien? En dat bleek zomaar te gebeuren, toen Carmen op een mooie zomerdag zat te lezen in haar voortuin. ‘Ik zag een vrouw een paar keer heen en weer lopen in onze straat. Ze bleef een beetje hangen, dus ik vroeg of ik haar ergens mee kon helpen. Lichtelijk geëmotioneerd vertelde ze me dat ze uit Hilversum kwam, maar dat ze vroeger met haar familie in het huis tegenover ons had gewoond. Er waren geen spullen of foto’s meer van voor de Tweede Wereldoorlog en ze hoopte zo dat ze nog iets kon vinden. Hoe bijzonder is het dat ik haar toen aan mijn vriendin heb kunnen koppelen?’ Zo zie je maar dat het nooit kwaad kan om betrokken te zijn bij wat zich in jouw straat of buurt afspeelt. En dat is precies wat Carmen dan ook wil meegeven aan nieuwe bewoners. ‘Weet wat er gebeurt in jouw straat. Zo hoor je vanzelf of je iemand kunt helpen. Of misschien kun je zelf wel hulp gebruiken!’

Dan is het nu de beurt aan jou, Carmen. Welke vraag heb jij voor de volgende buurtbewoner?

‘Is het zo dat hoe langer je ergens woont, hoe moeilijker je de plek kunt loslaten?’