Ze bouwde mee vanaf dag een, bracht al haar creativiteit in en gaf haar hart en ziel aan iedereen die kwam binnenlopen. Daniëlle Tore gaf MOES – ondanks dat ze zelf altijd gehuld is in zwart – vooral heel veel kleur. Vandaag is haar laatste dag en neemt ze afscheid. Als werknemer dan, want dat we haar vast nog regelmatig bij MOES zien, is een ding dat zeker is.
Een warm thuis voor iedereen
Het is lekker warm en knus als ik MOES binnenstap. Ik tref Daniëlle gezellig kletsend aan de koffie met een aantal andere vrijwilligers. Het moet gek voelen zo’n laatste dag, na bijna twee jaar zo nauw betrokken te zijn geweest. Als ik haar ernaar vraag, vullen haar ogen zich met tranen. ‘Het is heel emotioneel’, geeft ze toe. ‘En tegelijkertijd voel ik me trots. Ik heb mijn bezigheden bij MOES nooit als werk gezien. We wilden vooral een warm thuis voor iedereen creëren. En dat is precies wat ik voelde, toen ik hier vanochtend binnenstapte. Een heel warm thuis’.
Even terug in de tijd. Want hoewel MOES begin volgend jaar haar tweede verjaardag viert, gaan de plannen al verder terug. Marloes en Daniëlle kennen elkaar al als Marloes haar plannen voor MOES deelt. Enthousiast als Daniëlle is, bood ze gelijk haar hulp aan. ‘We dachten na over hoe we alles het best konden aanpakken. Samen is altijd sterker, je creëert allerlei perspectieven en verbreedt je blik.’ En daar bleek niets aan gelogen. Al tijdens de eerste brainstormavond, georganiseerd voor de buurt, werden de eerste connecties gelegd. Mensen uit alle wijken en van verschillende leeftijden wilden iets doen voor MOES. ‘Het was gelijk al een mengelMOES aan mensen, precies hoe het bedoeld was. Vanaf begin af aan voelde het als iets groters.’
‘Bij MOES kun je iets kwijt van jezelf’
Een witte, kale ruimte. Dat was het gebouw voordat het MOES werd. ‘We hadden niet eens een keuken’, herinnert Daniëlle zicht. ‘In het begin hadden we niet eens een keuken, dus ik bakte en kookte alles in mijn eigen huis. Goed eten is belangrijk. Je verspreidt er liefde mee. Zo hebben we nu speciale ‘MOES-recepten’, bijvoorbeeld voor de appeltaart.’
Als ik Daniëlle vraag hoe MOES is veranderd de afgelopen jaren, denkt ze na. ‘Veranderen zou ik het niet noemen, het is vooral gegroeid. MOES is natuurlijk een gezellig café, maar eigenlijk is het zoveel meer. Van kunstenaars die hun liefde voor het vak aan kinderen overdragen tot een goed gesprek bij een kop thee. Iedereen start hier blanco en groeit. Uiteindelijk vindt iedereen zijn eigen plekje binnen MOES. Je doet hier iets dat echt bij je past en kunt iets van jezelf kwijt. Stiekem zelfs je muziekkeuze bijvoorbeeld. Het is een plek geworden waar mensen elkaar ontmoeten. Dat is het mooiste.’
Samen is alles beter
Terwijl ze vertelt, klinkt een stem vanuit de achtergrond. Maarten, de MOES-fotograaf heeft zich bij ons gesprek gevoegd en vraagt: ‘Maar hoe lukt dat dan? Er zijn zoveel bedrijven die hiernaar streven, er trainingen voor volgen. Bij MOES lijkt het vanzelf te gaan. Iedereen is altijd aardig, open, niet opdringerig. Hoe kan dat?’ Daniëlle kijkt een tijdje voor zich uit. ‘Tja, bij MOES is er tijd en aandacht voor mensen. Alles is altijd goed. Dan gaat de rest vanzelf, denk ik.’
Hoewel dit haar laatste dag bij MOES is, is Daniëlle wel al begonnen bij haar nieuwe baan. Ze is begonnen als projectleider bij het Grootste Museum van Nederland, een onderdeel van het Catharijneconvent in Utrecht. Een baan die haar op het lijf geschreven is. En waarvoor, zoals ze zelf zegt, haar werk bij MOES de basis heeft gelegd. ‘Hier heb ik geleerd hoe je mensen verbindt. Dat alles samen beter is en hoe je iets creëert dat betekenis heeft. Ook in mijn nieuwe baan is dat zo. In een tijd waar we eerder tegenover elkaar staan dan met elkaar, is die verbinding zo belangrijk.’ Ze benadrukt ook het belang van vrijwilligers. ‘Bij MOES noemen we ze liever MOESmakers, maar dat zoveel mensen op vrijwillige basis iets willen toevoegen, is natuurlijk wel waar het om draait. Zonder hen zou MOES niet bestaan.’
Dat blijkt ook uit haar reactie op een andere vraag die Maarten haar nieuwsgierig stelt: ‘Je hebt je laten zien als zo’n creatief en kleurrijk persoon, maar toch draag je altijd zwart. Hoe zit dat?’ De vraag overvalt haar een beetje en ze raakt geëmotioneerd. ‘Dat doe ik onbewust. Het is voor mij een veilige kleur om te dragen. Het gaat niet om mij, maar om alles wat er om mij heen gebeurt. Wat we samen doen. Het legt de focus op mensen en verhalen om me heen.’ Maarten knikt instemmend en zegt: ‘Het doet me denken aan Johnny Cash. Hij droeg zwart als symbool van solidariteit, voor mensen die de wind even tegen hebben. Daniëlle klinkt. ‘Ja, want dat hebben we allemaal wel eens. Wind tegen of mee, het draait altijd om het geheel.’
‘De mensen ga ik het meest missen’
Aan het eind van de dag komen veel MOESmakers samen om te proosten op alles wat Daniëlle voor MOES betekend heeft. Zonder twijfel zal ze ontzettend gemist worden. Wat ze zelf het meest gaat missen? ‘De mensen!’ zegt ze meteen. ‘Samen hebben we zoveel tijd gestoken in bijzondere dingen. Dat blijft altijd in mijn hart.’ Hoewel het een emotionele dag is, is het ook goed zo, vertelt Daniëlle. ‘In mijn periode bij MOES deed ik veel verschillende freelance klussen. Nu is er eindelijk ruimte om me volledig te focussen op iets nieuws. En ik laat MOES natuurlijk in uitstekende handen achter.’ Haar boodschap aan MOES? ‘Soms is iets gewoon goed zoals het is. Het hoeft niet altijd groter of beter, vooral diepgang is belangrijk. Blijf verbinden en in contact met elkaar. En misschien nog wel het belangrijkste: blijf voor altijd die warme plek waar iedereen welkom is.’
En zo komt er een einde aan Daniëlles tijd bij MOES, maar niet aan alles wat ze de afgelopen jaren heeft opgebouwd. Lieve Daniëlle, bedankt voor het zijn van een altijd stralend middelpunt. Want hoewel je liever aan de zijlijn staat, gehuld in het zwart, heb je de basis gelegd voor het kleurrijke en creatieve fundament van MOES.
Dit interview is geschreven door Rianne Romijn, tekstschrijver uit Arnhem. De portretten zijn gemaakt door fotograaf én Plattenburger Maarten Verbaarschot.