Om maar meteen met de deur in huis te vallen: voor Riek betekent wonen in Plattenburg – “haar plekkie” – eigenlijk alles. “Als ik ergens naartoe ben geweest en ik sta weer achter de deur dan denk ik: ja, lekker, mijn nestje. Ik voel m’n eigen hier thuis, al heel lang. Ook sinds mijn man er niet meer is, wat een heel moeilijke tijd is geweest, heb ik dat gevoel gelukkig altijd gehouden. Het blijft mijn heerlijke huis.”
Met Open Huis nemen we een kijkje achter de voordeur bij bewoners van de wijk Velperweg en omgeving! Ontdek verhalen van bewoners en laat je inspireren door hun dagelijks leven, favoriete plekken en wat wonen in deze groeiende wijk voor hen betekent. Zo leer je een kleurrijke mengelMOES aan buurtbewoners kennen.
“Ik hoef maar naar buiten te gaan en mensen maken een praatje”
Het was 1963 toen Riek Abbenbroek, inmiddels 84 jaar oud, aan de Plattenburgerweg kwam wonen. Samen met haar man betrok ze het huis waar ze nu, 61 jaar later, nog steeds woont. Ook de kinderen werden er geboren. “Het huis was destijds nog een huurhuis, het was eigendom van een particulier en de ouders van mijn man woonden er voordat wij erin gingen. Inmiddels ben ik één van de oudsten, maar toen we hier kwamen waren we de jongsten.”
Heeft Riek de wijk in al die jaren veel zien veranderen? “Ik ben hier nog steeds blij en kan doen en laten wat ik wil, maar soms mis ik hoe het hier vroeger was. We hadden een melkboer, kruidenier, groenteboer, slager, schoenmaker, banketbakker, fietsenzaak, sigarenhandel en zelfs een tankstation,” blikt ze terug. “Plattenburg was een wijkje op zich. Door de grote winkelcentra verdwijnt dat. Dat hou je ook niet tegen natuurlijk; de hele maatschappij verandert.”
Wat niet is veranderd, is de saamhorigheid in de wijk. Elkaar helpen als het nodig is. Niet de deur platlopen bij elkaar, maar wel even een praatje maken, een nachtje op de kat van de buren passen en een borrel doen wanneer het uitkomt. “Gewoon spontaan, zo doen we dat hier. Na al die jaren ken ik immers heel wat mensen uit de buurt. Ik hoef maar naar buiten te gaan en mensen maken meteen een praatje,” vertelt ze lachend. “Dan komt de één, dan komt de ander, maar dat komt ook wel omdat ik zelf een sociaal persoon ben. Ik maak makkelijk contact.”
“Ik zeg altijd dat ik 100 word, wat betekent dat ik hier nog wel even wil blijven…”
Ondanks haar sociale kant stelt Riek toch ook een beetje anonimiteit wel op prijs. “Ik heb een lekkere groene bush bush voor het huis, tegen de inkijk. Mijn buurman zegt dat ik het moet kappen, maar ik houd van die groene oase in mijn voortuin.”
Dat geldt eigenlijk voor elk plekje in haar huis. “Ik vind alles fijn. Zelfs op zolder sta ik lekker te strijken met de radio aan. Maar dit hier,” – ze gebaart naar de eettafel waaraan we zitten – “is toch wel het centrale punt in huis. Altijd als er visite komt zitten we hier.”
En visite komt er váák bij Riek thuis. “Ik ben een gezelligheidsmens, vind het heel leuk om met mensen om te gaan. Als ik ergens voor word uitgenodigd ben ik erbij. En zelf houd ik ook wel van een feestje organiseren.” Vlak voor de coronatijd werd Riek 80. Een groot feest was gepland in Het Koetshuis op de Posbank, samen met kinderen, kleinkinderen, vrienden, kennissen én buren. Toen dat door corona niet kon doorgaan, vierde ze het twee jaar later alsnog. “En wie weet, als ik volgend jaar 85 word, komt er wel een vervolg…”
‘Is het zo dat hoe langer je ergens woont, hoe moeilijker je de plek kunt loslaten?’ Met die vraag sloot de vorige Open Huis-geïnterviewde Carmen haar verhaal af. Het antwoord van Riek laat zich niet moeilijk raden. “Als ik hier niet prettig zou wonen dan bleef ik hier niet zitten. En ik zeg altijd dat ik 100 word, wat betekent dat ik van plan ben om hier nog wel even te blijven. Gewoon volhouden en doorgaan,” zegt ze vastberaden.
Tot slot heeft Riek nog een mooie boodschap voor nieuwe wijkbewoners: “Je bent hier welkom! Het is hier fijn wonen, ik hoop dat jullie dat net zo ervaren als ik.” Haar vraag aan de volgende Open Huis-deelnemer is dan ook:
‘Volgens mij is dit echt een wijk waar je graag wilt blijven wonen als je er eenmaal zit. Zie jij dat ook zo?’
Dit interview is geschreven door Eline Hoffman, tekstschrijver uit Arnhem. De portretten zijn gemaakt door fotograaf én Plattenburger Maarten Verbaarschot.